Otje woont met haar vader Tos op de zolder van Hotel de Koperwiek. Het gaat slecht met het hotel. Als de eigenaars, meneer en mevrouw Pardoes, Tos, die kok is, nog minder willen gaan betalen krijgt Tos een driftaanval en wordt hij op staande voet ontslagen. Dan komen onverwachte gasten uit Frankrijk. Meneer en mevrouw Pardoes kunnen ze niet verstaan, maar Tos wel...