De negenjarige Abel praat niet meer sinds zijn vader het gezin heeft verlaten. Nadat een verblijf in een psychiatrische inrichting niets heeft uitgehaald, hoopt zijn moeder dat het gezelschap van zijn broer en zus hem zal helpen. Eenmaal thuis gekomen loopt het hele gezin op eieren uit angst dat Abel opnieuw instort, maar dan begint hij op een dag weer te praten. Abel heeft zichzelf alleen wel een nieuwe rol toegekend, hij gedraagt zich als het hoofd van het gezin. Abel zorgt voor zijn moeder en ontfermt zich over zijn broer en zus. Iedereen is tevreden. Totdat er opeens een oude bekende voor de deur staat: Abel's vader.